- Beleggingsstrateeg Savita Subramanian van Bank of America ziet de vooruitzichten voor aandelen somber in.
- Driekwart van de beursindicatoren van de bank geeft aan dat de markt momenteel overgewaardeerd is.
- Volgens Subramanian kan de S&P 500-index in de komende 12 maanden dan ook met 20 procent dalen.
- LEES OOK: Deze topbelegger, die $1 miljard aan vermogen beheert, noemt 1 sleutelindicator die als ‘rode vlag’ dient voor een zware beursdip
De nabije toekomst ziet er voor aandelen niet rooskleurig uit, aldus de belangrijkste beursstrateeg van Bank of America.
Om de aandelenmarkt in kaart te brengen, gebruikt het analistenteam van de bank een aantal modellen. Ongeveer driekwart van de beursindicatoren geeft aan dat de markt momenteel overgewaardeerd is, zo schrijft het analistenteam van Bank of America in een afgelopen week verschenen rapport.
Enkele van de meest sprekende indicatoren wijken momenteel allemaal minstens twee standaarddeviaties af van het historische gemiddelde.
De standaarddeviatie is een statistische manier om de afwijking van een gemiddelde te bepalen. Hierbij geldt dat een hogere standaarddeviatie betekent dat de gemeten afwijking van het gemiddelde uitzonderlijk is, in de zin dat de kans dat die afwijking optreedt historisch gezien kleiner is.
Hieronder noemen we 6 indicatoren die volgens Bank of America wijzen op overwaardering van de beurs:
- Shiller koers-winstverhouding: de voor economische cycli gecorrigeerde koers-winstverhouding (3 standaarddeviaties t.o.v. gemiddelde);
- Koers-boekwaarde: de verhouding tussen de aandelenkoers en de boekwaarde van beursgenoteerde bedrijven (2,3 standaarddeviaties t.o.v. gemiddelde);
- Enterpise Value/EBITDA: de verhouding tussen de ondernemingswaarde en de winst voor rente, belasting en amortisatie en afschrijvingen (2,2 standaarddeviaties t.o.v. gemiddelde);
- Koers/Cashflow: de verhouding tussen de koers en de cashflow (2,5 standaarddeviaties t.o.v. gemiddelde);
- Enterprise Value/Omzet: De verhouding tussen de ondernemingswaarde en de omzet (2,5 standaarddeviaties t.o.v. gemiddelde);
- S&P 500-index/Bruto Binnenlands Product: de verhouding tussen de totale beurswaarde van de bedrijven uit de S&P 500-index en het Amerikaanse bruto binnenlands product (3,4 standaarddeviaties ten opzichte van het gemiddelde).
Optimistische beleggers hebben de koersen van aandelen opgekrikt in de verwachting dat de winstgroei van bedrijven op de lange termijn uitmuntend zal zijn.
Een dergelijk scenario zou de koers-winstverhouding terugbrengen tot een normaal niveau, zonder dat daar een enorme verkoopgolf voor nodig is. Immers: als de winsten stijgen bij gelijkblijvende koersen, zakt het waarderingsgetal. Bij deze gedachtegang zouden de indrukwekkende toekomstige winsten de huidige aandelenprijzen rechtvaardigen.
Maar dat is niet het scenario dat de analisten van Bank of America, onder leiding van hoofdstrateeg Savita Subramanian, voorzien. Zij schatten de verwachtingen van beleggers, die momenteel nog extremer zijn dan tijdens de dotcombubbel van de laten jaren 1990, in als overdreven optimistisch.

Hoge verwachtingen gaan historisch gezien vaak gepaard met teleurstellende resultaten. Uit schattingen van Bank of America, waarbij de groeiverwachtingen worden afgezet tegen de werkelijke rendementen van de S&P 500-index, blijkt dat de beurs de komende 12 maanden met 20 procent kan dalen.

Volgens Subramanian zijn verwachtingen voor de winstgroei op de langere termijn vooral geschikt als 'contraire indicator': dus als de groeiverwachtingen hoog zijn, is de kans op teleurstellingen en dalende koersen groter en vice versa.
Op basis van de huidige waardering van beursgenoteerde bedrijven in de VS rekent Subramanian voor de komende tien op een jaarlijks rendement van minus 0,5 procent voor de S&P 500-index.
De analisten van de bank voorspellen dat de S&P 500-index in het jaar 2031 op 4.420 punten zal staan. Dat zou neerkomen op een daling van ongeveer 6 procent ten opzichte van het huidige niveau, rond de 4.700 punten.
Volgens Bank of America zijn de rendementsverwachtingen het slechtst voor aandelen van bedrijven die consumentenproducten maken. Energieaandelen scoren daarentegen relatief goed.
Een pessimistische blik op de beurs
Subramanian behoort tot de meer pessimistische beursstrategen op Wall Street. Haar model, dat rekent op een koersdaling van 20 procent in de komende twaalf maanden, plaatst de S&P 500-index rond deze tijd volgend jaar op ongeveer 3.750 punten.
David Kostin, de hoofdstrateeg van zakenbank Goldman Sachs, heeft voor volgend jaar juist een koersdoel van 5.100 punten voor de S&P 500-index. Dat zou neerkomen op een stijging van 8 procent. Chris Harvey van Wells Fargo deelt zijn optimisme en denkt dat de index in 2022 kan klimmen tot 5.300 punten.
Tegelijk staat Subramanian niet alleen. Beursstrateeg Mike Wilson van Morgan Stanley verwacht bijvoorbeeld dat de S&P 500-index komend jaar daalt naar ongeveer 4.400 punten.
Onzekerheid over de Amerikaanse economie
Over hoe ’s werelds grootste economie volgend jaar zal presteren, bestaat nog flink wat onzekerheid.
De groei van de Amerikaanse economie vertraagde in het derde kwartaal van dit jaar tot 2 procent. Dat was lagere dan economen gemiddeld hadden verwacht.
Tegelijk is sprake van relatief hoge inflatie. In oktober lag het algemene prijspeil in de VS liefst 6,2 procent hoger, vergeleken met dezelfde maand een jaar geleden. De Amerikaanse centrale bank overweegt daarom het stimuleren van de economie met goedkoop geld sneller een halt toe roepen.
Lees ook: Amerikaanse centrale bank overweegt de geldkraan sneller dicht te draaien wegens hoge inflatie
Er zijn overigens ook positieve signalen. Zo kwamen er vorige maand in de VS 531.000 banen bij, meer dan de verwachte 450.000. Ook blijft de werkloosheid dalen richting de lage niveaus van voor de crisis. Momenteel bedraagt deze 4,6 procent.
